Help, mijn lijfrente komt vrij
Help, mijn lijfrente komt vrij
Veel mensen hebben in het verleden lijfrentepolissen afgesloten, die in deze jaren tot uitkering komen. Dan kunt u vragen hebben, zoals:
- welke mogelijkheden zijn er?
- waarom zijn de uitkeringen zo laag?
- wat was ook al weer het fiscale regime?
- wat moet ik doen – help!
Ljifrenten zijn een complex product. Een goed financieel advies is daarom erg verstandig. Laten we het daarom proberen zo eenvoudig mogelijk te maken.
Oud en nieuw fiscaal regime
In het verleden hebben veel mensen lijfrentepolissen afgesloten omdat de premies ervan fiscaal aftrekbaar waren. Indien u de premies nooit hebt afgetrokken van de inkomstenbelasting, dan geldt voor de uitkering ook geen fiscale regels. Dan heeft u slechts te maken met de huidige lage rente.
De meeste mensen hebben echter hun premies wel fiscaal afgetrokken. En dan heeft u te maken met de fiscale spelregels. Deze zijn echter in de loop van de jaren enkele keren veranderd. In het kort.
- Het zogenaamde “oude regime”, waarin geen voorwaarden werden gesteld aan de fiscale aftrek zolang deze onder een bepaald maximumbedrag bleven. Dit “oude regime” geldt voor:
- polissen tegen betaling van een eenmalige koopsom vóór 1 januari 1992 of
- lijfrenten en kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule met een premiebetaling, die zijn afgesloten vóór 16 oktober 1990.
De uitkeringen van de lijfrente zijn fiscaal belast. Het grote voordeel van de “oude regime” polis betreft het nagenoeg ontbreken van fiscale voorwaarden. De begunstiging van de uitkering kan vrij eenvoudig gewijzigd worden, wat gunstig kan zijn voor schenkingen aan bijvoorbeeld kinderen. De juiste timing van de wijziging van de begunstiging is daarbij wel van groot belang. Ook kan de polis afgekocht worden zonder revisierente (waarbij de uitkeringen wel in box 1 regulier worden belast tegen het progressieve tarief).
- De Brede Herwaardering, dat per 1 januari 1992 is ingevoerd. Hiermee werden voorwaarden gesteld aan de fiscale aftrekbaarheid van premies voor lijfrenten. In grote lijnen is dit overgegaan in het huidige systeem.
- De nieuwe Inkomstenbelasting per 1 januari 2001. De fiscale aftrekbaarheid is beperkt tot lijfrenten ter compensatie van een pensioentekort, voor een meerderjarig invalide (klein-) kind en voor de situatie van ziekte, ongeval en arbeidsongeschiktheid. Daarnaast zijn er voor ondernemers extra faciliteiten beschikbaar. Daarnaast zijn de fiscale voorwaarden voor de lijfrente-uitkeringen expliciet geregeld, met name:
- de lijfrente is afgesloten bij een “toegelaten” instelling zoals een verzekeraar of bank.
- de lijfrente geeft u (of een andere begunstigde als uw partner) recht op een periodieke uitkering. Dit betekent dat:
- u of de begunstigde minstens één keer per jaar een uitkering ontvangt;
- de periodes tussen de uitkeringen even lang zijn;
- het bedrag van de uitkeringen altijd even hoog zijn.
- u laat de uitkering tijdig ingaan of zet de lijfrente tijdig om in een andere lijfrente.
- de uitkering kan uitsluitend bestaan uit:
- een oudedagslijfrente;
- nabestaandenlijfrente;
- tijdelijke oudedagslijfrente.
Lijfrenten onder het “oude regime” (genoemd onder 1) hebben meer mogelijkheden dan de lijfrenten onder het “nieuwe regime” (genoemd onder 2 en 3). Zie het schema hieronder.
Uitkering ineens | Schenken | Periodiek uitkeren | Later uitkeren | |
Oud regime | ✔ | ✔ | ✔ | ✔ |
Nieuw regime | ✘ | ✘ | ✔ | ✔ |
Niet alleen bij een verzekeraar
Behalve de fiscale spelregels is de huidige lage rente niet te vermijden. Als uw lijfrente nu vrijkomt, dan krijgt u aanbiedingen, die gebaseerd zijn op deze lage rente. Een alternatief kan banksparen zijn. Doorgaans zal een bankspaaruitkering hoger zijn dan een lijfrente van een verzekeraar. Let daarbij goed op de verschillen, aangezien banksparen ook nadelen kan hebben. Een oudedagslijfrente bij een verzekeraar keert namelijk levenslang uit, terwijl een bancaire oudedagslijfrente uitkeert tot maximaal 20 jaar ná uw AOW-leeftijd. Als u overlijdt, erven uw nabestaanden bij banksparen het geld dat nog niet is uitgekeerd (wat niet de situatie is met een lijfrente bij een verzekeraar).
Mocht u een “oud regime” polis hebben, dan kunt u deze ook omzetten naar een bankspaaruitkering, maar dan gaat het “oude regime” wel verloren. Laat u dus goed adviseren.
Daarnaast hebben veel mensen in het verleden lijfrenteverzekeringen afgesloten met het idee om de periode van hun 60e tot hun AOW-leeftijd te overbruggen. Zo’n overbruggingslijfrente (die ingaat vóór de AOW-leeftijd) mag echter niet via banksparen tot uitkering komen (vanwege fiscale regels). In deze situatie kan de uitkering van de lijfrente wellicht uitgesteld worden tot uw AOW-leeftijd. Behalve meer keuzevrijheid, heeft uitstel tot de AOW-leeftijd ook een belastingvoordeel.
Behalve een lijfrente bij een verzekeraar en bij een bank (banksparen), kunt u ook een lijfrente laten uitkeren bij een beleggingsonderneming of beleggingsinstelling (ofwel beleggingsrecht). Bij het beleggen én bij banksparen is sprake van een geblokkeerde rekening, met als voorwaarde dat het tegoed (van de rekening) uitsluitend kan worden aangewend om een oudedagslijfrente of nabestaandenlijfrente aan te kopen.
Uitkeren of uitstellen?
Als het kapitaal vrijkomt, heeft u twee mogelijkheden:
- u kunt een direct ingaande lijfrente bij een verzekeraar, bank of beleggingsonderneming kopen óf
- u kunt de uitkering uitstellen.
De keuze moet u tijdig maken (omdat dit een fiscale voorwaarde is). Uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar ná het kalenderjaar waarin uw lijfrente afloopt, moet u de keuze maken. Uitzondering hierop worden gevormd door lijfrenterekeningen, aangezien deze vaak geen einddatum hebben. In deze gevallen moet u uiterlijk uw keuze hebben gemaakt op 31 december van het kalenderjaar waarin u de leeftijd bereikt die zes jaar hoger is dan uw AOW-leeftijd.
Wanneer uw lijfrente afloopt en u hebt het geld nog niet direct nodig, dan kunt u de uitkering uitstellen door een verlenging van de lijfrente. Indien u echter een “oud regime” polis hebt, dan kan bij verlenging ervan, dit regime verloren gaan. Laat u hierover goed adviseren.
Indien u kiest voor uitstel van uw lijfrente, dan kan dit enkele voordelen opleveren. Een voordeel is dat het kapitaal langer de tijd heeft om op te bouwen en rendement te behalen, waardoor het kapitaal hoger wordt. Als u uw AOW-leeftijd nog niet hebt bereikt, kan uitstel ook belastingvoordeel opleveren. Dit hangt samen met lagere fiscale tarieven omdat u ná uw AOW-leeftijd geen AOW-premie meer hoeft te betalen. Indien u meerdere, verschillende polissen hebt, kunt u bij uitstel ook streven om deze samen te voegen tot één direct ingaande lijfrente.
Afsluitend
Lijfrenten blijven een lastig en taai onderwerp, mede door de fiscale spelregels ervan. Indien uw lijfrente tot uitkering komt, loopt u vast tegen een aantal vragen op. In dit artikel is gepoogd om op hoofdlijnen de belangrijkste aspecten ervan te duiden. Gezien de omvang van de lijfrentekapitaal en de moeilijke materie, is goed financieel advies aan te bevelen. Uiteraard kan ik u helpen om u in het lijfrente-doolhof wegwijs te maken, zodat u een weloverwogen en verstandig besluit kan nemen. Met als motto dat u weer “financial future fit” bent.